De campagne Gelukkig ben je in Groningen van Marketing Groningen. Het Oldambt komt daar op een mooie manier in voor. Ook de uitkijktoren in Reiderwolde en de dames met verrekijkers.
Heel verrassend die graslanden

Ik mag nog even blijven staan.
De afgelopen weken zijn we samen met Willem van Boschinga van particulier natuurbeheer gaan kijken naar de graslanden van Reiderwolde. Op het eerste gezicht zou je denken gras is gras.
Maar zoals met zoveel zaken, ga je beter kijken, dan blijken er heel veel meer soorten te staan.
Grassen behoren evenals bloemplanten tot bepaalde plantengemeenschappen. Deze plantengemeenschappen vertellen iets over de voedselrijkdom van de bodem maar ook de vochttoestand.
In de enorme oppervlaktes graslanden zie je zo her en der verlagingen in het landschap. Opvallend is dat hier ook de samenstelling van de plantenwereld geheel verschilt. Doordat de vochttoestand hier geheel anders is.
Wat wij proberen te doen is te kijken welke verschillende plantengemeenschappen er zoal voorkomen. Hier kan dan het beheer op worden aangepast.
De graslanden worden binnenkort gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. Hierdoor verschraalt de bodem langzaam en komt er in de vegetatie ruimte voor andere planten.
Bij het doorkruizen van het gebied kwamen we aan de noordzijde op slechts twee plaatsen Rietorchissen tegen. Deze hebben we voorzien van een vlag. Zodat de maaier deze ene orchidee zal laten staan. De omgeving is geschikt voor meerdere orchideeën. Maar dan zou het goed zijn als de orchidee zijn stoffijne zaden ook lokaal kan verspreiden.
De Bonte vliegenvanger
Een trekkende bosbewoner
Tijdens onze telronde van 17 juni vloog plotseling een bonte vogel uit een knotwilg over het fietspad. We waren beide verbaast, maar ook overtuigt wat we hier zagen. Een nieuwe waarneming voor natuurgebied Reiderwolde. Het was de Bonte vliegenvanger.
Het is een bosbewoner, die voor zijn nesten gebruik maakt van holen en dan het liefst in oude bomen. Met name op de natuurbegraafplaats hebben we loofbos. Maar dat is voor de Bonte vliegenvanger nog te jong in zijn ontwikkeling. Er zijn dan wel spechten waargenomen, maar dan zijn er nog niet meteen ook al oude holen waar ze graag hun nesten in maken.
Bonte vliegenvanger maken van dezelfde nestkasten gebruik als onze koolmeesjes. De koolmees heeft als voordeel, dat hij het gehele jaar in Nederland verblijft. Wanneer de Bonte vliegenvanger uit Afrika terugkeert, zijn de kastjes vaak al bezet. Dus zouden we meer kastjes kunnen ophangen of we sluiten de opening van het koolmeeskastje tijdelijk af, tot de Bonte vliegenvanger terug is. Leuk voor de Bonte vliegenvanger, maar als we maar geduld hebben komen de holtes vanzelf en dus ook de holenbroeders.
Wat wel een leuke ontwikkeling is, is dat de Bonte vliegenvanger de laatste tijd eerder terugkeert uit Afrika. Dit heeft alles te maken met de klimaatverandering, doordat de rupsen ook eerder in het voorjaar actief zijn. Zo hebben de Bonte vliegenvanger toch voldoende voedsel voor hun jongen.
De naam Bonte vliegenvanger is een juist gekozen naam, want ze lusten alles wat maar een beetje op een insect lijkt. Het is erg leuk om te zien hoe ze insecten weten te vangen. Ze vliegen vanaf een vaste basis, vangen het insect in de ronde vlucht en keren terug naar de basis. Dit alles in een razend tempo.
Het zijn echte trekvogels, die zo vanaf eind juli richting Frankrijk, door Spanje trekken , daar even flink opvetten en dan in 60 uur de Sahara passeren om de winter door te brengen in tropisch West-Afrika.
De Bonte vliegenvanger broedt vooral in oudere loofbossen. De totale populatie wordt geschat op zo’n 20.000 paar.
Klaas Steenbergen
Broedvogel Monitoring Project B.M.P. van de SOVON
Zomer 2017 _ Blauwborst

Zomer 2017 _ Krooneend
Voor een tijdje nemen wij het monitoren van Reiderwolde over van Klaas en Johanna. Het is een mooi afwisselend gebied hier!
In deze periode is het een en al vogelzang wat je hoort. Vooral de kleine bruine vogeltjes! Lastig te onderscheiden (ze laten zich lang niet altijd zien) maar de zang is vaak wel herkenbaar. Het is een mooie dag vandaag en we noteren heel veel soorten. De leukste vogel zien we bij het pontje dat uit het gebied leidt; daar zwemmen zomaar drie Krooneenden vlakbij het riet!
Wauw, Krooneenden, die verwacht je hier niet. Het zijn zulke mooie vogels met hun vuurrode snavels en bruine kop. Het zijn drie mannetjes, dus ze zullen wel op doortrek zijn naar de broedgebieden in Oost-Europa. Het vrouwtje is grijsbruin van kleur en zij heeft ook niet die opvallende rode snavel. In ons land zie je ze weleens in de randmeren, bij Harderwijk bijvoorbeeld. Ze broeden ook wel hier, in klein aantal in de laagveenplassen in West-Nederland.
Veel broedparen zijn er niet; het aantal in Nederland wordt geschat op ongeveer 450 paren. Maar ze zijn prachtig om te zien en dat we ze hier tegenkomen is echt wel bijzonder. Ze eten vooral plantaardig voedsel dat ze al grondelend bereiken. Het nest is goed verstopt in de begroeide oeverrand van meren en plassen en daar komen 8 à 10 eieren in te liggen.
Lente 2017 _ Gekraagde Roodstaart
Gekraagde Roodstaart
Op onze fietstocht door Reiderwolde reden we richting, wat wij “tuinbos” zijn gaan noemen.
Plots vloog eruit een takkenbos een Gekraagde roodstaart.
Deze prachtig gekleurde vogels arriveren zo vanaf half april. helemaal uit landen als Gambia, Congo en West-Ethiopië. Het kleurrijke mannetje is als eerste aanwezig en bewaakt dan zijn territorium. Nadeel dat je helemaal uit Afrika komt is dat veel andere holenbroeders de nestplaatsen al ingenomen hebben.
Wat de vogels nodig hebben is een kruidenrijke en vochtige omgeving, waar ze opzoek gaan naar rupsen en mieren. Maar het belangrijkste is voldoende nestgelegenheid. Dat betekent voldoende dood hout. Ook maken ze hun nest wel in oude knotbomen.
Nestkasten zijn ook wel gewild, vooral als die door spechten verder zijn uitgehakt, Want ze willen een grote nestingang van wel 45 mm. een Koolmees doet het met 28 mm.
’s Morgens is het een van de eersten die gaat zingen. Hij vraagt dan; “Zieie je me niet?”
In het tuinbos zou die een geschikte nestplaats kunnen vinden. maar de onze kan ook een vogel zijn die op doortrek is naar Scandinavie. Vroeger zaten ze in de hoge bomen rond de Noorderkerk in Groningen, daar zijn ze helaas verdwenen. Maar in Sellingen en Bellingwolde komt de soort nog met tientallen territoria voor. Ook in het Noordlaarderbos komen zo’n 20 territoria voor, maar ja, daar is dan ook meer bos. Ben je in het rijke bezit van een weelderige tuin, voorzien van bomen en struiken, dan wil de gekraagde wel bij je wonen. De vogel is nogal plaatstrouw, dus zie je hem ieder jaar terug.
Deze keer deed ik samen met Adri Akkerman de inventarisatie ronde. Hij gaat ons de komende periode vervangen. Want wij mensen willen zo nu en dan even een pauze, daar hebben vogels geen weet van.
Lente 2017 – Ti ti ti ti teh
Op de natuurbegraafplaats in Reiderwolde is gedurende een groot deel van de dag de 5e symphonie van Beethoven te horen.
Dat is toch wel heel sfeervol.
Vanmorgen hoorden we verschillende mannetjes van de Geelgors hoog in de toppen van de berken zingen.
Het is een vogel met een prachtig geel verenkleed. 100 jaar geleden kwam de Geelgors in de hele provincie algemeen voor. maar in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw ging het mis. Door o.a. de ruilverkaveling verdwenen er veel heggen en houtwallen in de provincie. De soort wist zich in Westerwolde te handhaven.
Sinds de jaren 90 van de vorige eeuw is de soort bezig met een opmars, ondermeer door landschapsherstel projecten. Het totaal aantal broedparen in de provincie is momeneel zo’n 1500 paar.
In de winter doen de vogels zich te goed op niet geploegde akkertjes. Vaak zijn het ook speciaal voor de vogels ingezaaide percelen. De vogels zingen vanaf half maart tot in augustus. De lange zangperiode heeft te maken met meerdere legsels.
Het zijn echte zaadeters, maar in de broedtijd schakelen ze over op insecten en wormen voor de jongen.
Het is zeer aannemelijk dat de Geelgors gaat broeden op de natuurbegraafplaats.
Kijkt u met ons mee?
Klaas en Johanna Steenbergen
Lente 2016 – De kleine Kneu
Lente 2016
De Kneu.
Het is 1 mei, dag van de arbeid, als wij aan onze tweede ronde voor de broedvogel inventarisatie beginnen.
Met het weer gaat het langzaam de betere kant op. Al merk je daar qua temperatuur, ’s morgens om 6.00 uur maar weinig van. Gelukkig trekken onze vogels zich daar niet zoveel van aan.
We willen het deze keer even over de Kneu hebben.
Aan de oostrand van Reiderwolde, daar waar het asielzoekerscentrum is gerealiseerd, heeft zich een paartje Kneuen gevestigd.
Klopt precies met wat er in de boekjes staat. Een overgang van een ruige kruidachtige begroeiing met struiken en dicht struweel.
We horen zijn kneuterige roepje, maar opvallender is zijn rode borst.
Ze kunnen broeden van april tot in augustus, voldoende tijd voor meerdere legsels. Als er maar voldoende eten op tafel staat. En daar ontbreekt het vaak aan. Ons landchap is te schoon voor deze schoonheid. Maar goed, wat ze bijvoorbeeld graag lusten zijn de zaden van koolzaad en bladrammenas. De tarwezaden zijn weer net te dik.
Ze zijn ook gek op de zaden van vogelmuur en varkensgras en natuurlijk de zaden van allerlei distels. Laat maar staan die zaadproducenten.
Het gaat dus niet zo goed met de Kneu, door die sterke afname staat de Kneu op de rode lijst. Wat we kunnen doen om dat te veranderen, is meer overhoekjes die mogen verruigen.
Meer struwelen en struiken laten staan en de Kneu is ons dankbaar.
Lente 2015 – Een korte impressie
Lente 2015
Een korte impressie
De eerste Sprinkhaanzangers zitten al meteen vanaf de parkeerplaats rechts in het riet.
Het geluid in onmiskenbaar, als een sprinkhaan die niet van ophouden weet.
Ten noorden van de pagode (toren) komt al geregeld een parachute naar beneden.
U weet wel zo’n klein vogeltje met een prachtig geluid, maar als hij het niet langer uithoudt laat hij zich naar beneden zweven als een parachute.
Aan de oost-kant van de toren zien we een blauw veld met Hondsdraf.
We gaan er eens heerlijk in liggen, want de plant verspreid een bijzondere geur.
Sommige vinden het stinken, ja over smaak valt niet te twisten.
De hondsdraf wordt druk bevlogen door hommel koninginnen
De koninginnen van de Akkerhommel, nog maar net ontwaakt uit de winterslaap.
Dan is het wel handig dat de tafel rijkelijk gedekt is.
Daarna gaat ze op zoek naar een geschikte plek om een nieuw volk te stichten.
Bijvoorbeeld in een oud muizennest, maar het kan ook simpel onder een dode graspol.
Nog een aardige veel voorkomende voorjaarsbloeier is de Gewone veldbies.
De plant kan hele zoden vormen en wordt maximaal 30 cm. hoog.
De zaadjes hebben een zogenaamd mierenbroodje. dat is handig want mieren zijn er gek op, Ze slepen de zaden overal naar toe en helpen zo met de verspreiding van de plant.